Een airconditioning (of airco) wordt meestal gebruikt om op warme, zomerse dagen in één of meer kamers voor verkoeling te zorgen. De airconditioning verplaatst warmte van de ene plaats naar de andere. De binnenunit van een airco zuigt warme lucht aan. In de airconditioning is een koelvloeistof aanwezig. Die koelvloeistof verdampt met behulp van een compressor en onttrekt daarbij warmte aan de omgeving. Die warmte wordt via de buitenunit van de airconditioning afgegeven aan de buitenlucht. De binnenunit blaast de afgekoelde lucht weer de kamer in. Een condensor zorgt ervoor dat de verdampte koelvloeistof weer vloeibaar wordt (condenseert) en het proces kan opnieuw beginnen. In de meeste gevallen kan een airconditioning niet alleen koelen, maar ook verwarmen.
Het hier beschreven systeem is een split-airco, met een binnenunit en een buitenunit. Mobiele airconditionings werken op een andere manier, maar hebben veel nadelen; ze maken veel geluid, verbruiken meer energie en zijn minder effectief.