Waar een rivier de zee in stroomt, mengen zoet en zout water zich met elkaar. Het verschil in zoutconcentratie tussen de twee soorten water verandert snel en er ontstaat een nieuwe, gemiddelde zoutconcentratie. Dat proces heet osmose. Daarbij komt veel warmte (en dus energie) vrij. Die blauwe energie kan worden benut door in de monding van de rivier een membraan te plaatsen. Het membraan houdt het zout tegen, waardoor een hogere druk ontstaat aan de kant van de zee. Blauwe energie is een vorm van duurzame energie.