Een gasloze toekomst is een slecht idee
Gas is onmisbaar
In ons enthousiasme om afscheid te nemen van het aardgas, dreigen we in Nederland soms iets te hard van stapel te lopen. Er gaan dan stemmen op om de volledige gasinfrastructuur te ontmantelen. Dat zou een vergissing zijn. Want we moeten wel van het aardgas af, maar gas zonder CO2-uitstoot is onmisbaar voor een duurzame toekomst.
De natuur bepaalt straks het energieaanbod
Wanneer we overstappen op duurzame energie, zijn warmte en stroom niet meer op ieder moment voorhanden. Voortaan is het de natuur die het aanbod bepaalt. Als het niet waait en de zon schijnt niet, produceren we géén energie. Om vraag en aanbod toch op elkaar af te kunnen stemmen, hebben we technieken nodig waarmee we energie in grote hoeveelheden kunnen opslaan. Er is maar één manier om dat efficiënt en langdurig te doen en dat is door de energie om te zetten in moleculen. Om precies te zijn: in gas. Een toekomst zonder aardgas is een uitstekend idee, maar een toekomst zonder gas niet.
Twee routes naar ander gas
Als we elektriciteit als energievorm gebruiken, stoten we bij het gebruik daarvan geen CO2 uit. Dat is een belangrijk voordeel. Maar elektriciteit heeft ook een nadeel; je kunt het niet voor lange periodes in grote hoeveelheden opslaan, zoals dat met gas wel kan. Kiezen voor een all-electric toekomst is een illusie. Om op ieder moment van de dag en in ieder jaargetijde aan de vraag naar energie te kunnen voldoen, hebben we gas nodig. Maar dan moet dat gas natuurlijk wel schoon zijn, want CO2 uitstoten, dáár willen we in ieder geval vanaf. Er zijn twee routes naar een toekomst mét gas, maar zónder CO2-uitstoot.
Route 1: waterstof
We kunnen elektrische energie opslaan in de vorm van waterstof. Dat is een gas dat we volledig CO2-neutraal kunnen produceren met behulp van zon of wind. In de maatschappij kunnen we waterstof vervolgens op allerlei manieren toepassen. Bij Remeha zijn we bijvoorbeeld bezig met waterstof als brandstof voor cv-ketels, maar ook met de toepassing in brandstofcellen. Ook voor de auto-industrie is waterstof een serieuze optie voor de toekomst en zelfs in de luchtvaart kan waterstof een rol gaan spelen.
Route 2: methaan
Een tweede mogelijkheid om energie voor langere tijd op te slaan is het omzetten van waterstof in methaan (voor de scheikundigen onder ons: CH4). Die omzetting levert een zekere mate van energieverlies op, maar daar staat tegenover dat methaan chemisch vrijwel identiek is aan aardgas. Daardoor kunnen alle apparaten die nu op aardgas draaien gewoon blijven functioneren. Met het gebruik van methaan stoten we per saldo geen CO2 uit. Bij de productie van methaan kunnen we namelijk net zoveel CO2 uit de atmosfeer halen als er bij de verbranding weer vrijkomt.
Methaan heeft een voorsprong op waterstof
De vervanging van aardgas door een CO2-neutraal alternatief verloopt dus via twee routes. Op de methaanroute zijn we al een heel eind, omdat we die al ruim vijftig jaar lopen. De productie, de eigenschappen en de toepassingen zullen ook bij grote volumes niet voor enorme verrassingen zorgen. Sterker nog: omdat aardgas ook al voor een belangrijk deel uit methaan bestaat, hoeven we maar weinig aan te passen aan onze leidingen en apparaten. Met waterstof zijn we minder ver. Om dat effectief, efficiënt en op grote schaal te kunnen toepassen, is nog veel onderzoek nodig. Voor welke vervanger van het aardgas we ook kiezen, organisatorisch, logistiek én op het gebied van wetgeving moet er nog wél heel wat gebeuren voordat het zover is. Op dit moment kan nog niemand met zekerheid zeggen welke weg het snelst naar succes leidt.
Het is nog geen 2050
Het is goed mogelijk dat u door al die nieuwe, duurzame technieken onderhand niet meer weet welke beslissing u moet gaan nemen. Dan is het prettig om te weten dat dat ook nog niet hoeft. Om te beginnen moeten we ons namelijk realiseren dat het nog geen 2050 is. Als bewoner van een huis, waarin waarschijnlijk nog een gewone cv-ketel staat, hoeft u niet vandaag of morgen al gigantische stappen te nemen. Houd het simpel: neem maatregelen waar u geen spijt van krijgt en beperk uw vraag naar energie. Dat begint met uw eigen gedrag, direct gevolgd door het isoleren van uw huis. Welke verwarmingstechniek u straks ook in huis haalt, voor de warmte die binnen blijft hebt u geen energie nodig. PV-panelen op het dak? Goed plan, maar overdrijf het niet. De komende twee jaar hebben we nog een salderingsregel, waardoor u een goede prijs krijgt voor uw stroom. Na 2021 verkoopt u de stroom die u zelf niet gebruikt waarschijnlijk tegen een variabel tarief. Zorg er dus voor dat uw energieproductie enigszins past bij uw eigen verbruik. Hebt u die twee stappen gezet, dan hangt het van uw duurzame ambities, uw huidige woonsituatie en uw budget af of u nu al verder gaat met het verduurzamen van uw woning. Zijn alle omstandigheden gunstig, dan kiest u misschien al voor een hybride of all-electric warmtepomp. In veel andere gevallen is het logisch om een oude cv-ketel nog een keer te vervangen door een hr-ketel op aardgas.
Radicale keuzes? Liever niet.
De energietransitie is een flinke uitdaging en wat we vooral níet moeten doen, is keuzes maken die ons één bepaalde richting in duwen. Daarmee sluiten we kansrijke innovaties, die we nu nog niet of niet voldoende kennen, bij voorbaat uit. Een gebouwde omgeving zonder CO2-uitstoot in 2050 is een haalbare uitdaging, maar alleen als we goed om ons heen blijven kijken en alle mogelijkheden serieus onderzoeken.