Een woonboot die energie produceert
Duurzaam wonen op het water
Wouter Wolfswinkel, zijn vriendin en hun twee zoontjes wonen al sinds 2006 op een woonboot in Amsterdam. Zoals veel mensen in de stad wilden ze een paar jaar geleden graag wat meer ruimte. Maar ondertussen waren ze wél verknocht geraakt aan hun unieke woonomgeving. Want wie heeft er nu een ’vrijstaand huis’ middenin de hoofdstad? De oplossing lag voor de hand: een groter woonschip op dezelfde plek. Maar dan wél duurzaam. In dit artikel vertelt Wouter hoe hij een klassiek vrachtschip uit 1906 verbouwde tot een woonschip dat energie produceert. Alles over duurzaam wonen op het water, circulair bouwen, veel zelf doen, een béétje valsspelen én het belang van een goede sfeer in huis.
Zelf rekenen, tekenen en doen
Wij hebben een grote woning, midden in Amsterdam. Maar om meteen een misverstand uit de weg te ruimen: ook bij mij groeit het geld niet op de rug. Om het allemaal een beetje betaalbaar te houden, heb ik de afgelopen vier jaar op ons woonschip ontzettend veel zelf bedacht en ontworpen, gemaakt en geïnstalleerd. Toen we het schip kochten, zwommen de eenden erin rond! Op de scheepswerf, waar het slopen, lassen, stralen en coaten plaatsvond, heb ik zelf een groot deel van het timmerwerk gedaan. Vervolgens is het schip naar onze ligplaats gesleept, waar ik de rest van de verbouwing heb aangepakt. Bovendien ben ik vanaf het begin zoveel mogelijk circulair te werk gegaan. Dat is goed voor de planeet én voor de portemonnee.
Circulair bouwen begint nú
Bij circulair bouwen werken we doorgaans gewoon met nieuwe materialen. Het verhaal is dan dat die duurzame en recyclebare materialen in de toekomst, wanneer het gebouw plat gaat, een nieuw leven kunnen krijgen. Maar waarom beginnen we niet bij het begin? Voor mij betekent circulair bouwen ook dat je nú al zoveel mogelijk werkt met herwonnen materialen en apparaten. Als je gaat bouwen of verbouwen, kun je alles wat je nodig hebt nieuw kopen, geen probleem. Ik vind het logischer om als het éven kan te gebruiken wat er voorhanden is. Bij ons is dat begonnen met het schip zelf, dat we hebben gered van de sloop. Ook als het om installaties gaat, maak ik graag gebruik van wat er al is. Ik heb onze warmteterugwin-installatie (wtw) tweedehands gekocht. Die werkt prima en kostte me een fractie van de nieuwprijs.
Gasloos
Bij Vattenfall ben ik dag in, dag uit bezig met manieren waarop onze klanten hun woning duurzamer, energiezuiniger én comfortabeler kunnen maken. Voor mijn eigen huis legde ik de duurzaamheidslat dan ook behoorlijk hoog. Ik wilde energieneutraal wonen, met een minimale CO2-uitstoot. Dat laatste betekende dus in ieder geval dat we naar gasloze oplossingen zouden kijken. Op veel woonschepen kom je als alternatief een olieketel tegen, maar dat is natuurlijk bepaald geen klimaatvriendelijke oplossing. Omdat een aansluiting op een warmtenet op woonschepen niet mogelijk is, bleef de warmtepomp over, in combinatie met zonnepanelen. Toen ik ging rekenen en tekenen, kwam ik al gauw tot de conclusie dat we op die manier méér energie konden produceren dan we zelf nodig zouden hebben. Een goed begin!
Ventilatie voor een gezond binnenklimaat
We hebben het schip opgedeeld in twee secties, die ieder een eigen balansventilatie hebben. Zo’n systeem haalt frisse lucht naar binnen en verwarmt die met behulp van de lucht die naar buiten wordt geblazen. Zo haal je veel energie uit de lucht die je anders gewoon naar buiten zou laten gaan. In de stad is de buitenlucht natuurlijk niet altijd even schoon. Daarom heeft ons ventilatiesysteem filters, die ervoor zorgen dat veel schadelijke stoffen en pollen niet naar binnen komen. Dat die filters heel wat tegenhouden, is goed te zien; ze zijn na verloop van tijd gitzwart. Voor de luchtkwaliteit hebben we nog een extra snufje ingebouwd: een centraal stofzuigsysteem. Uit onderzoek blijkt dat het fijnstofniveau in een woning sterk toeneemt wanneer je stofzuigt. Bij ons blaast de stofzuiger het fijnstof direct naar buiten. Het is bovendien heel stil en je hebt geen last van vieze luchtjes.
Koel water in de zomer
ls je op het water woont, moet je dat water natuurlijk ook zo veel en zo nuttig mogelijk gebruiken. Zo gebruiken we voor het doorspoelen van de toiletten (gefilterd) water uit de haven. Met behulp van een paar energiezuinige circulatiepompen halen we in de zomer water omhoog vanaf een diepte van zo’n tien meter. Daarmee koelen we de vloer en dat is op warme dagen heel aangenaam.
In het diepe springen
Hoe logisch het ook klinkt, je kunt het niet vaak genoeg zeggen: als je energie wilt besparen, moet je isoleren, isoleren en nog eens isoleren. Dat levert nog wel eens discussies op. Ik vroeg een offerte aan voor driedubbel glas; overdreven, vond de glaszetter. Ik berekende dat een wandisolatiedikte van vijftien centimeter het energieverlies zou minimaliseren; volgens de leverancier was vijf centimeter dik genoeg voor een woonschip. In zulke situaties is het belangrijk dat je over feiten en cijfers beschikt, zodat je weet waar je over praat. Heeft de bouw- en installatiebranche die kennis dan niet in huis? Jawel, maar bij veel bedrijven overheerst toch de angst voor het onbekende. Veel mensen doen hun werk nu eenmaal het liefste zoals ze dat al jaren doen. Dat geeft zekerheid. Je hoort wel eens zeggen 'dat mensen er niet aan willen'. Dat zal niet veranderen zolang je als installatiebedrijf je klanten niet vertelt wat er mogelijk is! Willen we de energietransitie werkelijk op gang willen brengen, dan zullen we toch echt zo nu en dan in het diepe moeten springen.
Een héél klein beetje valsgespeeld
In mijn streven naar volmaakte duurzaamheid zijn we een heel eind gekomen, maar niemand is perfect. Er zijn een paar details waar ik me niet helemáál aan de klimaatneutrale regels heb gehouden. Aan de verwarming op het schip is behalve een warmtepomp ook een houtkachel gekoppeld en ik realiseer me dat dat discutabel is. Ik zou kunnen zeggen dat het verbranden van hout CO2-neutraal is, maar ik kan er natuurlijk niet omheen dat de kachel fijnstof en andere viezigheid uitstoot. De kachel is wél heel modern en computergestuurd. Daardoor is de verbranding optimaal en dus zo schoon mogelijk. Door de koppeling met het verwarmingssysteem maken we optimaal gebruik van de warmte die de houtkachel levert. Als de kachel brandt, gaat maar een klein deel van het vermogen direct naar de kamer. Het grootste deel gaat naar een groot buffervat in de oude machinekamer. Daar wordt het warme water gemaakt voor douche en bad. Bovendien is het buffervat gekoppeld aan de vloerverwarming, in alle ruimtes van het schip. De vloerverwarming ligt in een extra dikke laag van maar liefst 53 ton beton. Deze fungeert als warmtebatterij. Zelfs als de verwarming uitvalt, blijft het huis nog een paar dagen warm door de warmte die in de vloer is opgeslagen. Afscheid van het gas betekende dat we op inductie gingen koken. Omdat ik daar -zoals veel mensen- mijn twijfels bij had, heb ik op een zwak moment besloten om voor alle zekerheid tóch ook maar een gaskookplaatje in te bouwen, aangesloten op een propaanfles. Volkomen overbodig, want koken op inductie is in de praktijk werkelijk geweldig.
Duurzame relatie
Een duurzame woning en een duurzame relatie gaan niet altijd moeiteloos samen. Gelukkig bof ik enorm met mijn partner, die heel relaxed is en mij volledig mijn gang heeft laten gaan. Tegen mijn verduurzamingsdrift, die soms bijna neurotische vormen aanneemt, komt ze eigenlijk nooit in verzet. Nou ja, bijna nooit. Toen er deze winter door een technisch probleem alleen koud water uit de douche kwam, was zelfs háár geduld even op en kreeg ik de wind van voren. En terecht. Dus heeft u plannen om zélf uw huis duurzaam te verbouwen? Prima idee, maar spreek het éérst eens uitgebreid door met uw geliefde en uw gezin. Want een duurzame woning en een negatieve energierekening zijn mooi, maar een goede sfeer in huis is ook veel waard.