Energietransitie: waarom eigenlijk?
De redenen om over te stappen op duurzame energie
De energietransitie is in volle gang. Door onze huizen te isoleren, nieuwe technieken toe te passen én ons gedrag aan te passen, slagen we er steeds beter in om energiezuinig of zelfs energieneutraal te wonen en te leven. We zijn er zó druk mee, dat we bijna zouden vergeten waaróm we het allemaal doen. Wat is eigenlijk de wetenschappelijke basis voor de energietransitie? Wat willen we ermee bereiken? En waarom lijken de ontwikkelingen nu (eindelijk) steeds sneller te gaan? In dit artikel zetten we de uitgangspunten nog eens helder op een rijtje.
1. Het klimaat verandert
Niets nieuws onder de zon
Klimaatverandering is niets nieuws. De gemiddelde temperatuur op aarde is al miljoenen jaren in beweging. De aarde draait om de zon en er zit variatie in de route die onze planeet daarbij aflegt. Ook de stand van de aardas ten opzichte van de zon blijft niet altijd dezelfde. Die veranderingen gaan héél langzaam, maar ze hebben wel grote gevolgen voor het klimaat op aarde.
Van de ijstijd naar de Industriële Revolutie
Tijdens de laatste ijstijd is de gemiddelde temperatuur in Nederland 10 tot 20 graden lager dan nu. IJskappen en gletsjers bedekken een groot deel van Europa en Noord-Amerika. Daarna begint de aarde geleidelijk op te warmen. In ruim 20.000 jaar tijd stijgt de gemiddelde temperatuur met ongeveer 4 graden. Op dat temperatuurniveau zitten we halverwege de negentiende eeuw. In die tijd begint de Industriële Revolutie flink op gang te komen. De uitstoot van broeikasgassen (vooral CO2) neemt snel toe en dan gaat het opeens hard met de verandering van het klimaat. In iets meer dan 150 jaar wordt het op aarde bijna één graad warmer. In West-Europa (en dus ook in Nederland) is de temperatuurstijging zelfs nog een stuk hoger: + 1,5 graad!
Opwarming van de aarde is ons werk
Vrijwel alle wetenschappers zijn het erover eens dat de snelle opwarming van de aarde het werk is van de mens. Onze uitstoot van broeikasgassen zorgt voor een snellere klimaatverandering. Door de hogere temperaturen smelt het ijs op de Noordpool en de Zuidpool. De zeespiegel is daardoor in de twintigste eeuw al met 12 tot 21 centimeter gestegen. En de laatste jaren gaat het zelfs nog sneller. Dat is slecht nieuws voor een laaggelegen land als Nederland.
Optimistische conclusie
Tegenover de sombere ontwikkelingen kunnen we ook een optimistische conclusie zetten. Als de mens het klimaatprobleem zelf heeft veroorzaakt (en nog steeds veroorzaakt), betekent het óók dat wij in staat moeten zijn om de opwarming van de aarde weer wat af te remmen. De energietransitie (overstappen van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen) is misschien wel het belangrijkste instrument dat we daarvoor hebben.
Fossiele brandstoffen
Tientallen jaren lang hebben we in de industrie, in onze kantoren, in onze auto’s én in onze woningen gebruik gemaakt van steenkool, aardolie en aardgas. En daar gaan we tot op de dag van vandaag mee door. Die fossiele brandstoffen dragen bij aan het broeikaseffect. Dat is op zichzelf al niet goed, maar ze hebben nóg een nadeel: het einde van de voorraad is in zicht. Na verloop van tijd is het op. Een goede reden om werk te maken van alternatieve energiebronnen die wél onuitputtelijk zijn. Zon en wind bijvoorbeeld.
De energietransitie kost tijd
Hoe ambitieus we ook zijn, de energietransitie krijgen we niet op korte termijn voor elkaar. Ook de klimaatplannen van het kabinet richten zich op maatregelen voor de komende tientallen jaren: in 2030 moet de uitstoot van CO2 in Nederland 55% lager zijn dan in 1990. Pas twintig jaar later, in 2050, is het de bedoeling dat ons land helemaal CO2-neutraal is. Dat klinkt nog ver weg, maar het betekent niet dat we voorlopig achterover kunnen leunen. Op weg naar een duurzame toekomst kunnen we nú al stappen zetten. Om dat op een logische manier te doen, is een strategie ontwikkeld die we Trias Energetica noemen. Voor woningen komt die aanpak in het kort hierop neer:
- Minder energie verbruiken
Een goed geïsoleerd huis houdt de warmte beter vast en verbruikt minder energie. Isoleren (dak, muren, vloer en HR++-gas) is daarom in iedere woning een logische start. - Waar mogelijk kiezen voor duurzaam
Met zonnepanelen en een zonneboiler wekt u zelf duurzame energie op, die u ook (in ieder geval voor een deel) zelf kunt gebruiken. Is uw huis voldoende geïsoleerd, dan is het mogelijk om op een duurzame manier te gaan verwarmen, bijvoorbeeld met een (hybride) warmtepomp. Daarmee verlaagt u het aardgasverbruik aanzienlijk en uw CO2-uitstoot wordt een stuk kleiner. - Fossiele brandstoffen efficiënt inzetten
De meeste woningen kunnen nog niet helemaal zonder fossiele brandstoffen. Dan is het belangrijk om in ieder geval zo efficiënt mogelijk van de niet-duurzame energie gebruik te maken. Denk aan een zuinige (hr-)ketel, een slimme thermostaat, ledverlichting en huishoudelijke apparaten met een gunstig energielabel.
2. We zijn (te) afhankelijk van landen die olie en gas leveren
Door de oorlog in Oekraïne werd het begin 2022 voor iedereen duidelijk dat veel landen in Europa sterk afhankelijk waren van Russisch gas. In 2021 was in Nederland nog zo’n 15% van het aardgas afkomstig uit Rusland - voor heel Europa was dat zelfs 40%. Omdat Rusland de gaskraan vrijwel helemaal dichtdraaide, gingen de Europese landen op zoek naar alternatieven. De tekorten worden nu voor een deel aangevuld door gas uit andere landen, maar duurzame energie wordt steeds belangrijker om onze afhankelijkheid te verkleinen.
3. De gaswinning in Groningen veroorzaakt veel bezorgdheid en schade
In de zomer van 1959 wordt onder het land van een boer in Slochteren een enorme hoeveelheid aardgas aangeboord. De vondst betekent het begin van een ware energierevolutie. In tien jaar tijd stapt bijna heel Nederland dankzij het aardgas over op de centrale verwarming en het gasfornuis. Jaren later blijkt dat de aardgaswinning met name voor de inwoners van de provincie Groningen ook grote nadelen heeft. Op veel plaatsen verzakt de bodem en de Groningers krijgen te maken met aardbevingen. Het duurt lang voordat iedereen overtuigd is, maar in 2018 besluit de Nederlandse regering om de productie van Gronings gas te gaan afbouwen. Eind 2022 is het Groningenveld ‘op de waakvlam’ gezet. De gasvoorraad zal alleen in noodgevallen nog worden aangesproken.
Waarom komt de energietransitie nu (eindelijk) op snelheid?
De energietransitie is een omvangrijke operatie. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de overstap van fossiel naar duurzaam aanvankelijk maar langzaam op gang kwam. Daar lijkt nu definitief verandering in te zijn gekomen. Steeds meer mensen verdiepen zich in de mogelijkheden om hun woning te verduurzamen en van het aardgas af te gaan. Hoe is die omslag tot stand gekomen?
- Er is méér mogelijk
De duurzame techniek heeft de afgelopen jaren enorme sprongen gemaakt. Het rendement van zonnepanelen en zonneboilers is toegenomen, warmtepompen zijn efficiënter, stiller en betaalbaarder geworden. - Energie is duurder geworden
Sinds het najaar van 2021 zijn de prijzen voor elektriciteit en aardgas razendsnel gestegen. Dat is op zichzelf geen prettige ontwikkeling, maar de hoge prijzen zorgen er wél voor dat energie besparen (veel) aantrekkelijker is geworden. - De overheid helpt mee met subsidies en nieuwe wetten
De overheid betaalt flink mee aan het verduurzamen van uw woning. Neemt u in uw huis twee isolerende maatregelen of combineert u één isolerende maatregel met de aanschaf van een duurzame installatie, dan komt u in aanmerking voor een subsidie van 30% van de kosten. Ook de plannen van het kabinet om de komende jaren duurzame maatregelen te nemen, lijken de snelheid van de energietransitie ten goede te komen. - We begrijpen dat het menens is
Verduurzamen levert geld op. Dat is mooi, maar het is niet de enige reden waarom de energietransitie steeds meer vaart krijgt. Ook het bewustzijn dat er écht iets moet gebeuren, neemt toe.
Afspraken over het klimaat – in Nederland en internationaal
Over het klimaat is al veel gezegd. Aan talloze vergadertafels zijn plannen gepresenteerd, beloftes gedaan en afspraken gemaakt. Het belangrijkste akkoord kwam in 2015 tot stand: het VN-Klimaatakkoord van Parijs. Bijna alle landen van de wereld kwamen overeen dat ze zich zullen inspannen om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 à 2 graden. Dat moet onder meer gebeuren doordat de rijkere landen geld storten in een klimaatfonds. Armere landen kunnen voor hun overstap naar duurzame energiebronnen gebruik maken van geld uit dit fonds. In het akkoord van Parijs staat ook dat de landen iedere vijf jaar moeten laten zien wat ze daadwerkelijk doen om de uitstoot van broeikasgassen te verlagen.
Vier jaar later, in 2019, is ook in ons land een Klimaatakkoord gesloten. Dat akkoord bestaat uit afspraken die bedrijven, maatschappelijke organisaties en de overheid hebben gemaakt over het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen in Nederland. In 2030 zou die uitstoot moeten zijn gehalveerd ten opzichte van 1990. Het kabinet heeft die ambitie in 2021 verder aangescherpt. De doelstelling is nu een vermindering van 55% in 2030 en een volledig klimaatvrije samenleving in 2050.
Poll