Felix en Floor blikken terug
Kinderverhaal deel 14
Het is kerst, en in huize Feenstra klinkt zacht de kerstmuziek. Het haardvuur brandt, de kerstboom straalt en mama is al de hele dag bezig in de keuken. Felix hangt met zijn mobieltje op de bank en Floor verveelt zich. Ze gaat op zoek naar papa, om een spelletje te doen.
Ze vindt hem natuurlijk in zijn werkplaats. ‘Goed dat je er bent!’, roept hij als hij haar ziet. ‘Kom eens helpen.’ Floor weet niet wat ze ziet. Er ligt wel honderd meter lichtsnoer op een stapel, misschien zelfs meer. Het is een verrassing voor het dorp, legt papa uit. ‘Ik ga de boom op het plein verlichten. Gezellig toch?’ Samen slepen ze de enorme berg lampjes van de schuur naar het plein. ‘Ga Felix eens halen, dan kan hij helpen met het ophangen. Jij moet in de schuur wachten op ons teken en dan de stekker in het stopcontact doen.’
Het duurt lang voor ze een appje van papa krijgt. ‘Inpluggen maar, Floor!’ Als de stekker in het stopcontact zit, rent ze vol verwachting naar buiten. En ja hoor, de boom op het plein licht op. Het is een schitterend gezicht. Dat heeft papa toch maar mooi weer voor elkaar. Of niet? De lichtjes in de kerstboom beginnen nerveus te zoemen en te knipperen. Dan – poef – doven ze uit. En meteen daarna ziet Floor de lichten in alle huizen om zich heen uitvallen. Binnen de kortste keren is het hele dorp in duisternis gehuld. Hier en daar hoort ze verbaasde kreten uit het donker. Ook mama is naar buiten gekomen. ‘Wat is er aan de hand? Het licht is uit en de oven is gestopt. En de kalkoen zat er net in!’
Verontruste dorpsbewoners verzamelen zich op het plein. Zodra ze horen wat er is gebeurd, keren ze zich tegen papa. ‘Nee toch, hè!’ roept iemand. ‘Het is ook altijd wat met die uitvindingen van jou!’ Papa sputtert tegen: ‘Dat moet door het stroomverbruik van het hele dorp komen…’ Maar de bewoners lijken niet onder de indruk. Felix en Floor kijken elkaar aan. ‘Uh-oh’, zegt Floor. ‘We moeten snel iets doen – anders kan niemand straks kerst vieren en krijgt papa de schuld!’
Ze hollen terug naar de werkplaats, op zoek naar een oplossing. In de hoek liggen de zonnepanelen die ze van papa aan moesten trekken, naast de gevallen windspiraal. ‘Die uitvindingen kunnen ons niet helpen’, zegt Felix. ‘Jammer hoor, want met een goede manier om wind- en zonne-energie op te slaan hadden we nu stroom voor het hele dorp gehad, en nog duurzaam ook!’ Maar met het opslaan van die energie hebben ze óók al geen goede ervaringen.
‘Dan moeten we het maar echt zelf oplossen,’ zegt Floor. Ze stroopt haar mouwen op, duikt de stoppenkast in en gooit allerlei schakelaars om. Opeens stijgt er een luid gejuich op uit de buurt. ‘Gelukt! De stroom is terug!’ Trots rennen ze samen terug naar het plein. Daar wordt een meneer uitvoerig bedankt door alle buren. Een bescheiden monteur, die bloost van de aandacht. ‘Ik heb alleen de hoofdschakelaar even omgezet’, zegt hij schamper.
‘Papa had dus toch gelijk,’ fluistert Floor tegen haar broer. ‘Het was het hele dorp waardoor de stroom uitviel, niet alleen ons lichtsnoer. Arme papa. Hij bedoelt het zo goed, maar op een of andere manier vindt hij nooit iets uit waar mensen echt iets aan hebben. Weet je nog wat voor mooie toekomst we zagen, met papa’s tijdreisbril? Die toekomst moeten wij mogelijk gaan maken.’ Felix knikt. ‘Het wordt tijd om ons te verdiepen in duurzame energie. Dan kunnen we papa misschien beter helpen. Dit probleem is te ingewikkeld voor een verstrooide uitvinder in zijn eentje.’
Alsof er niets gebeurd is komt papa glunderend naast de tweeling staan. ‘Wat een uitzicht zo, hè? Denk je dat het dorp blij is met de boom?’ Felix en Floor knikken. ‘Dan is het nu tijd voor de kalkoen’, zegt papa. ‘En een spelletje. Of … denk je dat het leuk is om nóg iets voor het dorp te maken? Misschien een aftelklok voor oud en nieuw?’ De tweeling schudt hevig van nee. ‘Kom op papa, het is tijd om te relaxen. Volgend jaar bedenken we samen vast wel weer iets moois.’