Felix en Floor boren energie aan
Kinderverhaal deel 5
De winter is aangebroken, en vandaag vriest het voor het eerst flink. De tweeling heeft het ijskoud! Daar heb ik een geweldige oplossing voor, zegt papa glunderend. ‘Een warmtepak?’ raadt Floor. ‘Een vlammende vuurballenmachine!’ roept Felix hoopvol. Bijna goed jongens, zegt papa. ‘Een stevige wandeling in de polder.’
Over de weilanden hangt een witte glinstering. Hier vriest het nog een paar graadjes harder, zo lijkt het. ‘Maar er is ook volop warmte’, bezweert papa. ‘Kijk maar naar het datacentrum, daar in de verte. Een enorme hal vol servers en computers, die de hele dag staan te zoemen. Dat kost veel energie, maar er straalt ook energie vanáf. Warmte, waarmee je bijvoorbeeld weer huizen kunt verwarmen. Mooi hè?’
Verderop staan ook een energiecentrale en een fabriek waar afval wordt verbrand. ‘Daar gebeurt eigenlijk hetzelfde’, legt papa uit. ‘Alle warmte gaat via buizen naar huizen in de buurt. Veel duurzamer dan het door de schoorsteen te laten verdwijnen natuurlijk.’
‘En het kan nog slimmer’, gaat papa verder. ‘Want de meeste warmte ligt onder onze voeten. Het binnenste van de Aarde, kilometers diep, is één grote kachel. Tjokvol energie. Als we daaruit kunnen tappen, hebben we zoveel warmte als we maar willen. Heel diep in de grond boren is alleen nog erg duur’, zucht papa. ‘Wist ik maar een manier om dát op te lossen.’
Floor kijkt dromerig de witte wolkjes na die in de koude lucht verschijnen als ze uitademt. Ze lijkt zich iets te bedenken. ‘Dus als we goedkoop kunnen boren, kan ons hele dorp die aardwarmte krijgen? Cool! Ik denk dat ik wel een ideetje heb.’
Eenmaal thuis, zit papa zich te vervelen op de bank. Logisch, want hij kan zijn werkplaats niet in. Daar is Floor al urenlang bezig, met de deur op slot! Ook Felix verveelt zich en vraagt zich af wat Floor toch aan het doen is. Een goedkope boor maken, van een paar kilometer lang? Dat lijkt hem niet makkelijk.
Papa’s snor begint ondertussen steeds heftiger te wiebelen en kriebelen. Hoe langer hij zijn werkplaats niet in kan, hoe meer plannetjes en ideetjes er in hem opborrelen. Een boor op windenergie, of een leger van goedgetrainde mollen – hij heeft al wel tíen manieren bedacht om de kern van de aarde te bereiken. ‘Ik houd het niet meer!’ gilt hij. Met grote passen stapt hij naar de werkplaats. ‘Floorrrrrr, doe alsjeblieft nu open!’ En als het stil blijft, bonst hij boos op de deur.
Tot zijn verbazing zwaait die langzaam open. En de werkplaats… is leeg! Of nee, in een hoekje ligt Floor achterover op een oude stoel met een stripboek. ‘Waar heb je aan gewerkt?’, vraagt Felix, die nu ook nieuwsgierig de werkplaats afspeurt. ‘O, aan niets,’ antwoordt Floor. ‘Ik zou echt niet weten hoe je zo’n moeilijk probleem oplost. Maar voor papa is zoiets een fluitje van een cent. Je moet hem alleen even uitdagen. Dus pap, de werkplaats is weer voor jou. Aan de slag!’