Felix en Floor en de superstraal
Kinderverhaal deel 3
Voorzichtig sluipt Floor achter het schuurtje tevoorschijn. Ze richt haar pistool op Felix … en spuit hem kletsnat. Gillend draait hij zich om en spuit terug. Het water spat álle kanten op. Meneer Feenstra zit in een hoekje van de tuin, onder een paraplu. ‘Goed idee die zelfgemaakte waterpistolen, pap’, roept Felix. ‘Zo blijven we lekker koel tijdens deze hittegolf!’
Iiiiiieeieee!!! Achter de heg horen ze een auto met piepende banden stoppen. Het is de burgemeester, die met een rood gezicht aan het tuinhekje verschijnt. ‘Ik heb je hulp nodig, Feenstra’, zegt hij. ‘Onze prachtige heide staat in brand!’
‘Tsja, dat krijg je met die hitte’, zegt papa, terwijl hij zijn paraplu inklapt. ‘Er is maar één vonkje voor nodig en die dorre heideplanten vatten vlam. Voor je het weet ligt het hele natuurgebied in de as.’ De kinderen krimpen ineen. ‘Maar, we doen er alles aan hoor’, zegt de burgemeester haastig. Warempel, op dat moment vliegt er een helikopter over het huis. In de verte stort die een grote plens water uit over het droge land. ‘We doen alles, maar het is alleen niet genoeg.’
‘Ik begrijp het’, zegt papa, en kijkt met een uitgestreken gezicht naar de burgemeester. ‘Breng me naar de dam.’ ‘Je bedoelt de waterkrachtcentrale? Maar die is helemaal de andere kant op. Het vuur is dáár’, zegt de burgemeester terwijl hij de helikopter nawijst. Papa geeft geen krimp, en loopt naar de auto.
Bij de waterkrachtcentrale klapt papa zijn paraplu weer uit. ‘Deze dam houdt het water van de rivier een klein beetje tegen’, legt hij uit. ‘Die weerstand levert energie op, voor het dorp. Wij gaan het water nog veel meer tegenhouden. Zodat álle kracht van de rivier samenkomt op één plek.’ De ogen van Floor lichten op. ‘Een enorm … waterpistool?’ ‘Precies’, zegt papa grijnzend. ‘Met een superstraal.’
Met man en macht wordt er die dag aan de dam gewerkt, nét zo lang totdat hij bijna al het rivierwater tegenhoudt. Er is nog maar één opening, waar het water wild doorheen stroomt. Erboven hangt een stalen plaat met daarop een enorme slang. ‘Daar komt het pistool!’ roept Felix opgewonden. De plaat zakt langzaam voor de opening, tot die helemaal is afgesloten. Het water kan er nu echt niet meer door, en de hele dam kreunt van de druk.
‘Wachten’, commandeert papa via een megafoon. De dam piept en kraakt steeds harder. ‘Richten’, zegt papa kalm. Een hijskraan trekt de kop van de slang de lucht in, en draait hem richting de horizon. Papa telt af. ‘Drie … Twee … Een … Nu!’ Zes mannen tegelijk draaien aan een groot wiel, waardoor de slang opbolt en begint te kronkelen. En dan… Pschschschschschschschschscht!!! De grootste waterstraal die de kinderen ooit gezien hebben, spuit over hen heen. Récht op de heide af.
Een paar uur later klapt papa zijn paraplu weer uit, dit keer op de heide. Een gek gezicht, want hij staat tot aan zijn knieën in het water. De burgemeester staat naast hem, even verbaasd als opgelucht. ‘Dat water trekt wel weer weg’, zegt papa tegen de kinderen. ‘En ondertussen? Kunnen we hier heerlijk zwemmen!’ Juichend springen ze met z’n allen in het water.