Felix en Floor Feenstra vangen de zon
Kinderverhaal deel 2
‘FLOOR! FELIX!’ Poes Kaatje, die lag te zonnen in de vensterbank, slaat van schrik op de vlucht. De tweeling kijkt elkaar aan. Oh-oh. Papa is bijna nooit boos. Wat hebben ze gedaan?
‘Het licht in de badkamer staat alwéér aan. En vannacht moest ik het ook uitdoen’, klaagt hij. ‘Overal in huis brandt licht, altijd. Weet je wel wat dat kost? Als we zo doorgaan, kunnen we de vakantie wel op onze buik schrijven.’ De ogen van de tweeling worden groot van schrik.
‘Maar het is ’s nachts zo donker’, piept Floor. ‘Ik vind donker eng’, zegt Felix.
‘Tja’, zegt papa. ‘Ik ook wel, eigenlijk. Konden we ook ’s nachts maar een beetje zon laten schijnen. Weten jullie dat de zon in één uur ongeveer evenveel energie geeft als we wereldwijd gebruiken? Waarom proberen we daar niet wat van te vangen?’
Dat lijkt de tweeling een goed idee. ‘Gaan we zonnepanelen kopen, net als de buren?’, vraagt Floor. Papa schudt zijn hoofd. ‘Nee, nee. Ik maak zelf wel iets. Wacht maar af!’
Een paar dagen later roept papa weer. Dit keer niet boos, maar juist heel opgewonden. ‘Floor! Felix! Kom eens! En neem Kaatje mee!’ Trots houdt papa vreemd glinsterende jasjes en broeken omhoog, aan elkaar geknoopt met elektriciteitsdraden. ‘Tadaa! Draagbare zonnepanelen met een accu erin.’ Even later ziet de poes eruit alsof ze klem zit in een buis. Floor en Felix lijken op robots uit de toekomst.
‘Ik weet het niet hoor’, zucht Floor. ‘Ik vind het nogal zwaar.’ Maar papa luistert niet. ‘Kaatje ligt al hele dagen in de zon, en ook jullie moeten nu veel buiten gaan spelen. Hup, hup!’
Aan het einde van de dag is de tweeling uitgeput van het lopen in de zware pakken. Met vuurrood hoofd van de hitte geeft Floor de kleren terug aan papa. ‘Ik denk dat ik nog liever thuisblijf deze zomer dan dit nog een keer te moeten dragen.’ Felix staat achter haar te knikken. Ook Kaatje heeft zich inmiddels mauwend uit haar warme jasje gewurmd.
Teleurgesteld kijkt papa naar zijn uitvinding. ‘Hoe gaan we dán zonlicht vangen?’ Floor heeft wel een idee. ‘Als we het nummer van de monteur vragen aan buren, kunnen we misschien ook zonnepanelen nemen.’ Papa zucht diep. ‘Vooruit dan maar. Dan vragen we gelijk of ze op Kaatje willen passen als we op vakantie zijn. Want daar ben ik nu toch ook wel aan toe.’