Felix en Floor leren een lesje
Kinderverhaal deel 1
De voltallige familie Feenstra stapt uit de auto. ‘Omaaaaa, we zijn er!’ Papa snuift de frisse lucht van het platteland op. ‘Héérlijk!’ roept hij. ‘Hoewel je ook kunt ruiken dat er koeien in de buurt zijn’, zegt Floor met opgetrokken neus. ‘En trouwens, er hangt nóg iets in de lucht.’
Dan verschijnt oma in de deuropening van haar boerderijtje. ‘Lieverds, wat leuk dat jullie er zijn!’ Binnen staat een grote pan op het vuur. Oma licht de deksel op, zodat er een grote dampwolk uit de pan ontsnapt. ‘Wie wil er soep?’ Stilletjes vraagt Floor zich af: ‘Is dat wat ik rook?’ Maar buiten trekt een andere wolk langs het raam. Die zo zwart is als roet.
Voorzichtig slurpen ze samen aan de hete soep. ‘Oma?’ vraagt Floor aarzelend, ‘hoe kom jij aan je energie?’ Daar hoeft oma niet lang over na te denken. ‘Een stevig ontbijt, en elke dag met de hondjes de polder in!’ De kinderen lachen. ‘Neehee, de energie voor je huis!’ Oma wijst naar de kachel. ‘Gewoon, met stookolie. Die kachel heb ik al een leven lang.’ Bedenkelijk kijken de kinderen naar papa, maar hij verbergt zijn blik in zijn soepkom.
Felix schraapt zijn keel. ‘Vieze stookolie, ramen van enkel glas, en een dak waar je ’s nachts de sterren door kunt zien – je huis is wel heel slecht voor het milieu, oma.’ Floor knikt heftig van ja, maar oma kijkt de kinderen vol verbazing aan. ‘Het milieu? Lieverd, komen al die problemen door mij, denk je?’ Papa duikt nog iets verder in zijn soepkom, en mompelt, ‘hier gaan we…’
‘Kijk eens even om je heen’, zegt oma. ‘Ik heb geen vaatwasmachine, magnetron of stoomoven. Ik gebruik een bezem in plaats van een stofzuiger. En in plaats van zo’n mooie auto, neem ik de fiets. Altijd al gedaan.’ Wauw, van dit antwoord zijn de kinderen onder de indruk. Maar oma is nog niet klaar. ‘Mijn boodschappen doe ik bij de boeren in de buurt. Geen eten uit fabrieken, in plastic verpakkingen. En de groente in de soep komt uit mijn moestuin.’
‘Heel goed mam, en wat lekker die soep’, mompelt papa, in de hoop het onderwerp te veranderen. ‘En nog eens wat’, zegt oma, ‘ik gooi nooit iets weg. Deze trui, zelf gebreid trouwens, heb ik al wel tien keer gerepareerd. Kleine moeite. Weet je wat het is? Iedereen wil maar meer gemak en comfort. Zelf een beetje moeite doen, dat is er niet meer bij.’ Dan verschijnt er weer een lieve glimlach op haar gezicht. ‘Iemand nog soep?’
Weer in de auto staren de kinderen lang uit het raam. ‘Wat een kanjer hè, die oma’, zegt Floor na een tijdje. ‘Ze heeft dan wel een oude kachel, maar als iedereen zou leven zoals zij, zag de wereld er heel anders uit.’ Papa knikt instemmend. ‘Ze heeft gelijk, we zijn eigenlijk flink verwend. En trouwens, onze oude auto is eigenlijk ook een soort oliekachel, maar dan op wielen. Misschien moeten we eens wat vaker langs oma, voor inspiratie, én voor soep.’ Dat vinden de kinderen een geweldig idee.