Felix en Floor vangen koeienscheten
Kinderverhaal deel 11
Floor en Felix liggen dubbel van het lachen. Papa vraagt wat er zo grappig is. ‘Koeien’, hikt Felix. ‘Koeienscheten!’
Nog niet veel wijzer kijkt hij naar zijn dochter, die de tranen uit haar ogen wrijft. ‘Eigenlijk is het ook niet zo grappig’, snikt Floor na. ‘Maar blijkbaar zijn koeienscheten enorm slecht voor het milieu. Terwijl we ons best doen met zonne-energie, elektrische auto’s en windmolens blazen de koeien methaan de lucht in. Dat is ook een broeikasgas en bijna net zo slecht als CO2.’
‘Nou moe’, zegt papa. ‘Naast oma in Groningen staan ook altijd koeien in het weiland. Dat ruikt inderdaad niet altijd even fris.’ Hij kijkt peinzend uit het raam, maar lijkt zich dan iets te bedenken. ‘Komen jullie even? Mama en ik willen iets vragen.’
Papa legt uit dat ze de laatste maanden flink hebben bespaard op hun energierekening. ‘We hebben het goed gedaan. De kachel een graadje lager, niet zomaar lampen aan laten, we laten geen opladers meer in het stopcontact zitten en we houden altijd de deuren dicht. Dat heeft zich terugbetaald! Daarom gaan we een weekje extra op vakantie. De vraag is alleen: waarheen?’ Daar heeft de tweeling wel ideeën over. Bali, Thailand, Amerika bijvoorbeeld, al kunnen ze ook ‘best leven’ met de Spaanse kust.
Nu is het de beurt aan papa en mama om te lachen. ‘Misschien hebben we het niet goed uitgelegd’, zegt papa. ‘Maar het lijkt ons niet zinvol het milieu verder te belasten door in een vervuilend voertuig te stappen. Dus geen auto of vliegtuig, kinderen.’ Dat snappen Felix en Floor eigenlijk ook heel goed. Maar wat dan?
‘Zullen we een weekje kamperen bij oma? Ze heeft wel vaker kampeerders op haar terrein. Bovendien heb ik een ideetje’, zegt papa. Floor en Felix moeten even wennen aan het idee. Een vakantie op een boerenterrein is heel wat anders dan strandhangen in Salou. Maar oma vinden ze lief en kamperen is super. Bovendien weten ze heel goed hoe papa is als hij een ‘ideetje’ heeft.
Als ze aankomen springt papa direct uit de auto. ‘Zetten jullie de tent maar vast op. Ik ga een koe vangen.’ Hij pakt een grote plastic tas uit de auto en dartelt het weiland in. ‘De koeien kijken een beetje verbaasd naar de lange figuur met een wapperende jas die op ze af komt rennen. Na een tijdje is een van de koeien uitgerust met een grote blauwe plastic tas op haar rug.
‘Kijk! Een echte schetenvanger. Je bindt het op de rug van een koe en haar scheten komen terecht in deze rugzak. Zo vangen we ongeveer 300 liter methaan per koe per dag op. Weet je wat je daar allemaal mee kan doen?’ Dat weet de tweeling niet. ‘Ik ook niet, maar vast heel veel.’
De boer is er inmiddels ook bij komen staan. ‘Niet gek’, vindt hij papa’s uitvinding. ‘Maar ik heb 89 koeien. Hoe zie jij dat voor je, elke ochtend?’ Daar heeft papa niet direct een antwoord op. Hij kijkt vragend naar de tweeling. Maar die ligt alweer schaterlachend in het gras.