Onze bodem is warm. Die warmte is een duurzame energiebron die we geothermie noemen. Door putten te boren, kunnen we warm water naar boven halen. De warmte gebruiken we voor het verwarmen van huizen en andere gebouwen.
Hoe dieper de put, des te warmer is het water dat naar boven komt. Wanneer we naar warmte boren op een diepte van 500 meter (en daaronder) noemen we dat geothermie. Komt de warmte uit minder diepe lagen, dan hebben we het over bodemwarmte.
In Nederland wordt meestal naar geothermie geboord op een diepte van minimaal twee kilometer diep.
Aardwarmte is een ander woord voor geothermie.