Als koolstofdioxide (CO₂) vrijkomt in de lucht, noemen we dat CO₂-uitstoot. Mensen en dieren stoten van nature CO₂ uit. Dat levert geen problemen op, omdat bomen en planten ongeveer dezelfde hoeveelheid CO₂ opnemen. Maar sinds 1870 is dat evenwicht verstoord. Door het gebruik van fossiele brandstoffen (aardolie, steenkool en aardgas) brengen we veel extra CO₂ in de atmosfeer. Tegelijkertijd zijn er overal op aarde bossen gekapt. Er zijn dus veel minder bomen om de CO₂-uitstoot te compenseren. De toename van CO₂ in de lucht veroorzaakt het broeikaseffect, waardoor het klimaat op aarde verandert.