De meeste energiebronnen kunnen we niet direct toepassen. Er is eerst een technische omzetting nodig. Als die omzetting nog niet heeft plaatsgevonden is er sprake van primaire energie. Voorbeelden daarvan zijn steenkool, bruinkool, aardolie, aardgas, uranium, water en zonnestraling.
De energie die ontstaat na een technische omzetting noemen we secundaire energie. Dat kan elektriciteit zijn die is opgewekt met aardgas, kernenergie, aardolie of waterkracht. Ook stookolie en benzine (uit aardolie) en cokes en cokesovengas (uit steenkool) zijn vormen van secundaire energie.