Soms minder warm in huis: goed voor uw gezondheid
Een constante kamertemperatuur is niet ideaal
In Nederland lopen de buitentemperaturen door het jaar heen flink uiteen: van tropische dagen tot strenge vorst. In huis proberen we de temperatuur juist zo constant mogelijk te houden. Dat is natuurlijk heel aangenaam, maar volgens wetenschappers zijn temperatuurverschillen goed voor onze gezondheid. In dit artikel leest u waarom het verstandig kan zijn om de verschillen tussen de seizoenen ook in ons huis (een beetje) toe te laten.
Welke temperatuur vinden we het prettigst?
Smaken verschillen. Ook als het om de ideale temperatuur in huis gaat. Maar het zijn niet alleen onze persoonlijke voorkeuren die een rol spelen. Naarmate we ouder worden, krijgen we het wat sneller koud. Gezinnen met kinderen geven meestal de voorkeur aan wat lagere temperaturen dan 60-plussers. En om het voor veel huishoudens nog wat ingewikkelder te maken: vrouwen hebben het vooral in de winter iets sneller koud dan mannen. Logisch, want het zijn onze spieren die warmte produceren en warmte vasthouden. Mannen hebben naar verhouding iets meer spierweefsel dan vrouwen.
Over het algemeen hebben de meeste mensen het liefst dat de temperatuur in huis tussen 18 en 21 graden is. Doordat de energietarieven de laatste jaren gemiddeld flink zijn gestegen, zien we wel dat onze gewoontes wat zijn veranderd. We gaan bewuster om met energie. Uit de Nationale Monitor Energietransitie 2023 blijkt dat bijna iedereen de thermostaat nu lager zet dan enkele jaren geleden.
Van rillen tot zweten
Het is voor ons humeur misschien prettig om binnenshuis het hele jaar ongeveer dezelfde temperatuur te hebben, maar het is de vraag of het ook goed is voor onze gezondheid. Wouter van Marken Lichtenbelt denkt in ieder geval van niet. Van Marken Lichtenbelt is als professor Ecological Energetics and Health verbonden aan Maastricht University. Hij heeft veel onderzoek gedaan naar de energiehuishouding en thermoregulatie van het menselijk lichaam. In 2023 verscheen een boek van zijn hand, Van rillen tot zweten, waarin hij ingaat op de wetenschap achter de lichaamstemperatuur van mensen en dieren.
Wennen aan warmte en kou
Volgens Van Marken Lichtenbelt kunnen mensen van nature goed tegen koude en warme omstandigheden. We zijn goed in staat om ons aan te passen wanneer de temperatuur omhoog of omlaag gaat. Dat merken we vooral bij de wisseling van de seizoenen. Van Marken Lichtenbelt: “Als mensen plotseling aan kou worden blootgesteld, is dat in eerste instantie onaangenaam, maar geleidelijk went het lichaam aan de lagere temperaturen en past het zich aan. Dit is de basis van het adaptief thermisch comfortmodel. Hierbij wordt in gebouwen geen airconditioning toegepast, maar alleen natuurlijke ventilatie.” Volgens de professor is het beter voor onze gezondheid als ons lichaam zo nu en dan moet wennen aan een koudere of warmere omgeving. Wisselende temperaturen hebben onder meer een positieve invloed op de stofwisseling.
Laat de seizoenen binnen
Variëren met de temperatuur in huis (of op kantoor) betekent níét dat we het van het ene moment op het andere van koud naar warm of van warm naar koud moeten gaan. Plotselinge temperatuurverschillen kunnen juist nadelige gevolgen hebben. Zo stijgt onze bloeddruk als we vanuit een warme kamer de winterkou in gaan. En wie vanuit de kou een warm kantoor binnenloopt, kan moeite hebben om zich te concentreren. De voordelige effecten van temperatuurwisselingen treden vooral op als mensen er gedurende langere tijd aan kunnen wennen dat het soms wat kouder en dan weer wat warmer is. Het is dus verstandig om de seizoenen binnen te laten, in woningen en kantoren. ’s Zomers iets warmer en ’s winters iets kouder. De onderzoeken van Wouter van Marken Lichtenbelt laten zien dat regelmatig verblijven in een koudere omgeving gunstig is voor de suikerstofwisseling en de vethuishouding. Bovendien wordt de bloeddruk iets lager, wat weer goed is voor hart en bloedvaten.
Koelen? Zet een raam open.
Onze zomers worden warmer. Toch betekent dat niet dat het installeren van airco’s in woningen en kantoren onvermijdelijk is. Uit onderzoek blijkt dat gezonde mensen van alle leeftijden zonder grote problemen kunnen wennen aan temperaturen in huis van 25 of zelfs 30 graden. Natuurlijke ventilatie (open ramen) of ventilatoren zorgen in de meeste huizen en kantoorgebouwen voor voldoende koeling. Van Marken Lichtenbelt vindt dat er ook situaties zijn waarin het wél verstandig is om de airco in te schakelen: ‘Als de temperatuur boven de 40 °C komt, is het raadzaam om een airco aan te zetten. Maar dat komt zelden voor. En ook voor kwetsbare groepen is het goed om de temperatuur niet te hoog te laten oplopen.’
Té koud is ook niet goed
Energie besparen is verstandig én het kan goed zijn voor uw gezondheid. Toch is de thermostaat omlaag draaien niet altijd de best denkbare maatregel. Als de temperatuur in huis daalt, neemt in de meeste gevallen de vochtigheidsgraad toe. Dat kan nare gevolgen hebben. Voor uw meubels, maar ook voor u en uw huisgenoten. Eén of twee graden minder warm in de winter is prima, maar let erop dat het niet té koud wordt. En zorg daarnaast dat u altijd voldoende ventileert.
De inhoud van dit artikel is onder meer gebaseerd op de publicatie 'Binnentemperatuur variëren is gezond' (Gawalo.nl, 9 oktober 2023). Het boek Van rillen tot zweten van Wouter van Marken Lichtenbelt is een uitgave van New Scientist.
Poll