Als we een collectief warmtesysteem bedoelen, hebben we het in het normale spraakgebruik meestal over stadswarmte of over een warmtenet. Daarbij zorgt één centrale warmtebron voor verwarming en warm water in een aantal woningen. Dat kunnen de appartementen in een flatgebouw zijn, de huizen in één straat of alle woningen in een wijk of een compleet stadsdeel. De warmtenetten in Nederland halen hun warmte uit verschillende bronnen: aardgas, aardwarmte, restwarmte, biomassa en oppervlaktewater.
Vanuit de warmtebron stroomt warm water door een buizenstelsel dat vertakkingen heeft naar alle aangesloten huizen. In de meterkast van de woning zit een kastje waar het warme water binnenkomt. Een warmtewisselaar geeft de warmte af aan de verwarmingsbuizen in de woning. Daarna werkt stadsverwarming hetzelfde als een gewone cv-installatie.