Te heet in huis: hoe komt dat?
Wat zijn de oorzaken van een (te) warme woning?
Een lange, warme zomer. Liefhebbers van zon en zwoele avonden in de buitenlucht kijken er reikhalzend naar uit. Maar er zijn ook mensen voor wie het een minder aantrekkelijk vooruitzicht is. Zij denken vooral aan een huis vol hitte en slapeloze nachten. Hoe komt het dat het ’s zomers in uw woning soms zo warm blijft? Houden moderne, goed geïsoleerde huizen méér warmte vast dan oudere woningen? En welke maatregelen zijn er mogelijk om het zomerseizoen ook binnenshuis goed door te komen?
Waarom wordt het ’s zomers warm in huis?
In de loop van de maanden mei en juni loopt de gemiddelde buitentemperatuur langzaam maar zeker op. De hitte van de zon komt via het dak, de muren en de ramen ook de woning binnen. Als de gevels en het dak goed geïsoleerd zijn, zal de zomerse warmte er langer over doen om het huis te ‘veroveren’. Vooral natuurlijke isolatiematerialen, zoals vlas, houtvezels en hennep, houden de warmte relatief lang buiten.
Te warm in huis? Dat ligt meestal aan de ramen.
Via daken en gevels dringt de zomerhitte geleidelijk aan uw huis binnen. Maar de échte boosdoeners zijn meestal de ramen. Zonneschijn op glas kan de kamers van uw huis razendsnel opwarmen. Oververhitting in huis ontstaat het snelst door ramen op het oosten. Dat is de kant waar ’s morgens de zon opkomt. De zon schijnt dan bijna rechtstreeks naar binnen, terwijl de warmte nog de hele dag in huis blijft. Rond het middaguur is de zon weliswaar krachtiger, maar de invalshoek is dan veel steiler. Daardoor komt er op dat uur van de dag via de ramen minder warmte naar binnen. Aan het eind van de middag schijnt de zon door de ramen op het westen rechtstreeks naar binnen, maar kort daarna kan het huis weer afkoelen, omdat u dan de ramen en/of deuren kunt openzetten. Om uw huis zo koel mogelijk te houden, zijn zonwering en dichte gordijnen dus bij álle ramen effectief. Maar voorál aan de oostkant van uw huis.
Houdt uw huis de warmte lang vast?
Hoe goed de isolatie ook is, na verloop van tijd wordt het in ieder huis ook binnen warm. Vooral tijdens lange periodes met warm weer lukt het op de lange duur niet om de warmte buiten te houden. De beste manier om de temperatuur in huis weer iets te laten dalen, is door ’s nachts zoveel mogelijk frisse lucht naar binnen te laten. Zelfs op de warmste zomerdagen is het ’s avonds en ’s nachts altijd wel iets koeler dan overdag. Zodra de zon ondergaat en de temperatuur buiten lager is dan binnen, is het dus de moeite waard om ramen en deuren open te zetten. Die maatregel heeft niet in ieder huis hetzelfde effect. Dat heeft te maken met de bouwmaterialen van uw woning. Beton en steen houden in combinatie met een goede isolatie de warmte relatief lang buiten de deur. Maar als ze eenmaal zijn opgewarmd, houden ze de warmte ook relatief lang vast. Bij houten huizen (houtskeletwoningen bijvoorbeeld) werkt het andersom: die warmen wat sneller op, maar koelen ook makkelijker weer af.
Een tochtig huis is ook in de zomer niet comfortabel
In veel oude huizen laat de isolatie te wensen over. Als een huis veel naden en kieren heeft, is dat vooral in de winter goed te merken. De woning houdt de warmte niet goed vast en er is relatief veel energie nodig om het een beetje aangenaam te houden. Misschien denkt u dat een tochtig huis in de zomer een voordeel heeft in de vorm van wat extra verkoeling. Helaas is dat niet zo. Integendeel. In een huis met veel naden en kieren wordt het in de zomer juist sneller warm.
Verticaal ventileren
Warme lucht stijgt op. Met die oude natuurwet kunt u in de zomer uw voordeel doen als u in een huis woont met meer dan één woonlaag. Zet u na zonsondergang ramen en/of deuren open, dan is het slim om een verticale luchtstroom te creëren. Met andere woorden: zet beneden én boven iets open en laat ook de tussendeuren openstaan. De koelere lucht die op de begane grond naar binnen komt, zorgt dan ook voor verkoeling op de bovenverdieping(en). Zeker als er een slaapkamer op de zolder is, kan verticaal ventileren heel wat extra nachtrust opleveren.
Airco is prettig, maar meestal niet nodig
Door de klimaatverandering worden de zomers in Nederland langer, droger en warmer. Het is dus niet verwonderlijk dat de populariteit van de airconditioning in ons land groeit. Maar een airco is een relatief dure installatie, die bovendien nogal wat energie verbruikt. In de meeste situaties is het tijdens een Hollandse zomer in huis ook zonder airco heel goed uit te houden. Zeker als u overdag ramen, zonwering en gordijnen gesloten houdt en ’s avonds en ’s nachts juist zoveel mogelijk lucht van buiten binnenlaat. Kiest u tóch voor een airco, let er dan op dat u de temperatuur in huis laat meebewegen met het weer. Ook als u geen liefhebber bent van warm weer, went uw lichaam namelijk tóch aan de hogere temperaturen. Is het buiten 30 graden en binnen maar 20 graden, dan zal het in huis (te) koud aanvoelen. In de regel is het prettig als het binnen maximaal zes graden koeler is dan buiten. Op een tropisch warme dag kan een binnentemperatuur van 25 graden dus al heel aangenaam aanvoelen.
Mechanische ventilatie en balansventilatie
Sinds de jaren ’70 van de vorige eeuw worden nieuwbouwwoningen voorzien van een systeem voor mechanische ventilatie of balansventilatie. Die systemen kunt u gebruiken bij het temperen van de zomerse warmte in uw woning. Heeft u mechanische ventilatie, dan kan het op snikhete dagen waarop er niemand thuis is, verstandig zijn om overdag het systeem uit te schakelen. Er wordt dan tijdelijk geen warme buitenlucht naar binnen gezogen. Zodra er wél iemand in huis is, moet u de mechanische ventilatie weer aanzetten. Heeft u balansventilatie, beter bekend als een warmte-terugwininstallatie (wtw), dan moet u het systeem áltijd ingeschakeld laten. Er zijn wtw’s waarbij het mogelijk is om ’s avonds en ’s nachts de ‘bypass’ functie te gebruiken. De koelere avond- en nachtlucht wordt dan niet eerst langs de warmtewisselaar gevoerd om te worden opgewarmd met de warmte van de afgezogen lucht. In plaats daarvan gaat de koele buitenlucht rechtstreeks naar binnen.
Poll